Let op: je bekijkt onze website op een verouderde browser. Hou er rekening mee dat bepaalde onderdelen van de website niet goed getoond worden.

Voor 22.00 uur besteld, vandaag verzonden
Gratis verzending vanaf €50
Gratis retourneren binnen 30 dagen
Wij krijgen een 4,8/5 van onze klanten

Slijpsteen, wetsteen, whetstone, watersteen: de betekenis

Slijpstenen, wetstenen, whetstones en waterstenen: we zien al deze begrippen regelmatig voorbijkomen. Ook op onze eigen website. Maar wat zijn nu eigenlijk de verschillen tussen deze termen? Of zelfs: zijn er überhaupt verschillen? We bieden een inzicht in deze semantische discussie.

Laten we beginnen met ‘slijpstenen’. Dit is de verzamelterm voor alle stenen waarmee je messen, beitels, scharen, bijlen, kortom alles met een snede, kunt aanscherpen. Er bestaan natuurslijpstenen, die rechtstreeks uit de natuur worden gewonnen, en artificiële slijpstenen, die fabrieksmatig worden geproduceerd. De laatste groep categoriseren we vaak op basis van het gebruikte slijpmiddel/materiaal, of het land van herkomst. Zo vind je bij ons bijvoorbeeld keramische slijpstenen, diamantslijpstenen en Japanse slijpstenen.

Wetsteen: een verhaspeld anglicisme

Een andere naam voor ‘slijpsteen’ is ‘wetsteen’. Beide begrippen betekenen exact hetzelfde. Maar waar je zou verwachten dat het woord wetsteen is afgeleid van het Engelse ‘wet’ (nat) en verwijst naar het gebruik van water, is dit toch niet het geval. ‘Wetsteen’ is een Nederlandse verbastering van het Engelse begrip ‘whetstone’. Het Engels werkwoord ‘to whet’ staat voor het aanscherpen van een snede. Het is een tamelijk gedateerde term, tegenwoordig is ‘to sharpen’ een stuk gebruikelijker. Het begrip ‘whetstone’ is echter nog altijd veelvoorkomend.

De materialen waaruit deze slijpstenen/wetstenen/whetstones bestaan, zijn divers. Fabrieksstenen zijn veelal gemaakt van keramiek of diamant. Dit laatste wil zeggen: ze hebben een gediamanteerde slijplaag, bevestigd op een stalen of aluminium plaat. Natuurslijpstenen, zoals die van Ardennes Coticule, bestaan uit granaten, terwijl stenen uit het Amerikaanse Arkansas-gebergte novaculiet als slijpmiddel hebben.

Wat zijn dan waterstenen?

De beste slijpstenen (of wetstenen) komen uit Japan. Althans, dat is de algemeen geldende opvatting, die we graag onderschrijven. Japanners zijn nu eenmaal wereldwijd de absolute slijpspecialisten. Japanse slijpstenen kunnen van verschillende materialen gemaakt zijn en moeten in de regel gebruikt worden in combinatie met water. Dit zorgt voor ‘slurry’, doordat het water zich vermengt met de losgeraakt slijpkorrels. Het voordeel hiervan is dat het slijpen soepeler en sneller gaat. Bovendien wordt het weggeslepen materiaal door het water afgevoerd, waardoor er geen metaaldeeltjes in de steen komen te zitten, die krassen op het lemmet zouden kunnen veroorzaken.

Niet geheel verwonderlijk worden Japanse slijpstenen ook vaak waterstenen genoemd. Daarbij geldt dat sommige waterstenen voor gebruik een poosje ondergedompeld moeten worden in water, zodat ze zich volzuigen, terwijl andere ‘splash & go’ zijn. Dit wil zeggen dat je alleen het slijpoppervlak natmaakt en tijdens het slijpen ook nathoudt. Voor vrijwel iedere Japanse slijpsteen geldt dat één van deze twee manieren van natmaken noodzakelijk dan wel sterk aanbevolen is.

De uitzondering hierop vormen diamantslijpstenen van Japanse makelij, zoals de Diamond Stones-serie van Naniwa. Diamant slijt immers niet, dus komen er tijdens het slijpen geen korrels vrij. Van slurry is dan ook geen sprake als je op diamant slijpt. Wel kun je ze besprenkelen met water, om het slijpen wat soepeler en met minder lawaai gepaard te laten gaan.

Zijn waterstenen uitsluitend Japans?

Enfin, hoewel ze vaak in één adem genoemd worden, hoeven ‘Japan’ en ‘watersteen’ niet per definitie samen te gaan. Niet iedere Japanse slijpsteen is een watersteen en niet iedere watersteen komt uit Japan. Betekent dit dan dat je niet-waterstenen ‘droog’ gebruikt? Nee, dit is ook niet het geval. In plaats van water kun je sommige wetstenen ook besmeren met olie. Dit geldt met name voor zeer harde natuurslijpstenen. Maar over het algemeen geldt dat de meeste hedendaagse (niet-gediamanteerde) wetstenen als waterstenen getypeerd kunnen worden.

Het voordeel van de (weinig voorkomende) oliesteen is dat deze langzamer slijt dan de zachtere waterstenen. Waterstenen nemen daarentegen sneller materiaal af en werken dus vlotter. Dit verschil wordt met name veroorzaakt door het bindmiddel dat gebruikt wordt. De slijpdeeltjes van een watersteen worden door zachter materiaal gebonden, de deeltjes van een oliesteen doorgaans door harder materiaal. Magnesium is een voorbeeld dat weliswaar sterk is, maar eveneens heftig reageert met water. Daarom mag je magnesiumgebonden slijpstenen ook nooit onderdompelen.

Dus, de conclusie is...?

Samenvattend: er bestaat geen verschil tussen slijpstenen, wetstenen en whetstones en waterstenen zijn een veelvoorkomende subcategorie hiervan. Laat je dus niet in de war brengen door de logische suggestie dat een wetsteen (altijd) in combinatie met water gebruikt moet worden. Dit is niet het geval. Evenmin zijn waterstenen per se afkomstig uit Japan.

Laat je bij het maken van je keuze voor een slijpsteen (of slijpstenen) met name leiden door het doel dat je ermee wilt behalen. Wil je je messen tot in het ultieme polijsten, kies dan voor een erg fijne keramische slijpsteen en niet voor een diamantslijpsteen. Neem je echter met minder scherpte genoegen en wil je voornamelijk snel slijpen, dan is een slijpsteen met diamant een uitstekende optie. En wil je niet meer dan één slijpsteen aanschaffen, maar wel meerdere ‘grits’ kunnen hanteren? Overweeg dan eens een combi-steen of een natuursteen van Ardennes Coticule, waarbij de hoeveelheid slurry die je creëert bepaalt hoe fijn je kunt slijpen.

Ardennes Coticule natuurslijpstenen
Keramische Skerper Basic slijpstenen